Terug
Gepubliceerd op 21/12/2022

Besluit  Gemeenteraad

ma 19/12/2022 - 20:00

Gemeentebelasting op masten en pylonen. Vaststelling voor de dienstjaren 2023 – 2025. Goedkeuring.

Aanwezig: Anouk Beels, raadslid-voorzitter
Mark Vanhecke, Bart Lambrecht, Eddy Vermoesen, Hans Cops, Hilde Heyman, schepenen
Glenn Anné, Cristel Bal, Nicole Caremans, Joris De Bie, Guido D'Eer, Rosanne De Gryse, Bart De Hertogh, Paula De Leeuw, Lea Den Abt, Nadine Francus, Yves Hulin, Mike Schuurmans, Rudy Siebens, Marijke Vandebroeck, Kris Wils, raadsleden
Peter van Mechelen, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Sophie De Wit, burgemeester
Anse De Weerdt, raadsleden

De gemeenteraad keurde een gemeentebelasting op masten en pylonen voor de dienstjaren 2023 – 2025 goed.

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals laatst gewijzigd.

De arresten van 30 maart en 23 november 2012 van het Hof van Cassatie.

Het arrest van 15 december 2011 van het Grondwettelijk Hof (nr. 189/2011).

Het arrest van 4 september 2014 van het Europese Hof van Justitie.

Masten en pylonen bederven de open ruimte, worden ervaren als landschapverstorend en brengen hinder mee voor de plaatselijke gemeenschap.

Het is billijk om, met het oog op de financiering van de algemene dienstverlening, een specifieke bijdrageplicht ten laste van de eigenaars van masten en pylonen in te stellen.

Er staat niets in de weg dat de operatoren die elektrische communicatienetwerken of communicatiediensten leveren aan een algemene belasting op vestigingen onderworpen worden wegens de aanwezigheid op publiek of privaat domein van GSM-masten, -pylonen of –antennes die nodig zijn voor hun activiteit om budgettaire redenen of andere redenen.

Er wordt geen belasting geheven ten aanzien van masten en pylonen die geplaatst worden op het grondgebied van Aartselaar met het oog op het voortbrengen van energie op alternatieve wijze (windmolens en andere vormen van groene stroom). Deze hebben immers gunstige effecten voor het leefmilieu die het landschapsverstorend karakter compenseren.

Rekening houdend met de doelstelling van de belasting om een bijdrage te bekomen van de eigenaars van masten en pylonen die inkomsten behalen uit die masten en pylonen wordt tevens geen belasting geheven ten aanzien van de constructies voor louter recreatief gebruik en deze voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten die primaire overheidstaken uitoefenen. Het zou immers niet billijk zijn deze bijdrage ook op te leggen aan degenen die geen inkomsten behalen uit het gebruik van de masten en pylonen.

 
Publieke stemming
Aanwezig: Anouk Beels, Mark Vanhecke, Bart Lambrecht, Eddy Vermoesen, Hans Cops, Hilde Heyman, Glenn Anné, Cristel Bal, Nicole Caremans, Joris De Bie, Guido D'Eer, Rosanne De Gryse, Bart De Hertogh, Paula De Leeuw, Lea Den Abt, Nadine Francus, Yves Hulin, Mike Schuurmans, Rudy Siebens, Marijke Vandebroeck, Kris Wils, Peter van Mechelen
Voorstanders: Anouk Beels, Sophie De Wit, Mark Vanhecke, Bart Lambrecht, Eddy Vermoesen, Hans Cops, Hilde Heyman, Glenn Anné, Cristel Bal, Nicole Caremans, Joris De Bie, Guido D'Eer, Rosanne De Gryse, Bart De Hertogh, Paula De Leeuw, Lea Den Abt, Nadine Francus, Yves Hulin, Mike Schuurmans, Rudy Siebens, Marijke Vandebroeck, Kris Wils
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Artikel 1. Heffingstermijn – belastbaar voorwerp

Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de masten en pylonen met een hoogte van minimaal 20 meter boven het maaiveld die zich op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente bevinden.

 

Artikel 2. Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

- een mast: een verticale structuur die op een dak of een andere bestaande constructie is geplaatst en waarbij de hoogte van constructie en mast samen minstens 20 meter bedraagt.

- een pyloon: een individuele verticale constructie opgericht op het niveau van het maaiveld en met een hoogte van minstens 20 meter boven het maaiveld.

 

Artikel 3. Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast of pyloon. De eigenaar van de constructie en/of de grond waarop de masten en pylonen werden opgericht, is mee hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 4. Berekeningsgrondslag en tarieven

De belasting bedraagt 3.000 euro per jaar per mast of pyloon.

 

Artikel 5. Vrijstellingen

Zijn van de belasting vrijgesteld:

- constructies voor de productie van windenergie of andere vormen van groene stroom.

- constructies voor louter recreatief gebruik en voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten die primaire overheidstaken uitoefenen.

 

Artikel 6. Aangifteplicht

Deze belasting is jaarlijks betaalbaar op basis van een vordering van het gemeentebestuur. De belastingplichtige ontvangt van de gemeente een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend binnen de termijn van 1 maand moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 1 oktober van het aanslagjaar aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.

Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen.

De belasting is ondeelbaar, er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast of pyloon in de loop van het jaar wordt weggenomen.

 

Artikel 7. Controlemiddelen

De aangestelde ambtenaren zijn gemachtigd om alle inbreuken op deze verordening vast te stellen. De door hun opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot het bewijs van het tegendeel.

 

Artikel 8. Ambtshalve belasting

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 50% van de ontdoken belasting. De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 9. Wijze van invordering

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 10. Betalingstermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 11. Bezwaarprocedure

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

 

Artikel 12. Verwijzingsregel

De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzingen.

 

Artikel 13. Opheffing

Het gemeentelijk belastingreglement op masten en pylonen voor de dienstjaren 2020 – 2025, goedgekeurd in de gemeenteraad van 16 december 2019, wordt opgeheven.

 

Artikel 14. Inwerkingtreding en bekendmaking

Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2023 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen. De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.