De gemeenteraad keurde een gemeentebelasting op masten en pylonen voor de dienstjaren 2023 – 2025 goed.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals laatst gewijzigd.
De arresten van 30 maart en 23 november 2012 van het Hof van Cassatie.
Het arrest van 15 december 2011 van het Grondwettelijk Hof (nr. 189/2011).
Het arrest van 4 september 2014 van het Europese Hof van Justitie.
Masten en pylonen bederven de open ruimte, worden ervaren als landschapverstorend en brengen hinder mee voor de plaatselijke gemeenschap.
Het is billijk om, met het oog op de financiering van de algemene dienstverlening, een specifieke bijdrageplicht ten laste van de eigenaars van masten en pylonen in te stellen.
Er staat niets in de weg dat de operatoren die elektrische communicatienetwerken of communicatiediensten leveren aan een algemene belasting op vestigingen onderworpen worden wegens de aanwezigheid op publiek of privaat domein van GSM-masten, -pylonen of –antennes die nodig zijn voor hun activiteit om budgettaire redenen of andere redenen.
Er wordt geen belasting geheven ten aanzien van masten en pylonen die geplaatst worden op het grondgebied van Aartselaar met het oog op het voortbrengen van energie op alternatieve wijze (windmolens en andere vormen van groene stroom). Deze hebben immers gunstige effecten voor het leefmilieu die het landschapsverstorend karakter compenseren.
Rekening houdend met de doelstelling van de belasting om een bijdrage te bekomen van de eigenaars van masten en pylonen die inkomsten behalen uit die masten en pylonen wordt tevens geen belasting geheven ten aanzien van de constructies voor louter recreatief gebruik en deze voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten die primaire overheidstaken uitoefenen. Het zou immers niet billijk zijn deze bijdrage ook op te leggen aan degenen die geen inkomsten behalen uit het gebruik van de masten en pylonen.
Artikel 1. Heffingstermijn – belastbaar voorwerp
Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de masten en pylonen met een hoogte van minimaal 20 meter boven het maaiveld die zich op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente bevinden.
Artikel 2. Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
- een mast: een verticale structuur die op een dak of een andere bestaande constructie is geplaatst en waarbij de hoogte van constructie en mast samen minstens 20 meter bedraagt.
- een pyloon: een individuele verticale constructie opgericht op het niveau van het maaiveld en met een hoogte van minstens 20 meter boven het maaiveld.
Artikel 3. Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast of pyloon. De eigenaar van de constructie en/of de grond waarop de masten en pylonen werden opgericht, is mee hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 4. Berekeningsgrondslag en tarieven
De belasting bedraagt 3.000 euro per jaar per mast of pyloon.
Artikel 5. Vrijstellingen
Zijn van de belasting vrijgesteld:
- constructies voor de productie van windenergie of andere vormen van groene stroom.
- constructies voor louter recreatief gebruik en voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten die primaire overheidstaken uitoefenen.
Artikel 6. Aangifteplicht
Deze belasting is jaarlijks betaalbaar op basis van een vordering van het gemeentebestuur. De belastingplichtige ontvangt van de gemeente een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend binnen de termijn van 1 maand moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 1 oktober van het aanslagjaar aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.
Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen.
De belasting is ondeelbaar, er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast of pyloon in de loop van het jaar wordt weggenomen.
Artikel 7. Controlemiddelen
De aangestelde ambtenaren zijn gemachtigd om alle inbreuken op deze verordening vast te stellen. De door hun opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot het bewijs van het tegendeel.
Artikel 8. Ambtshalve belasting
Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 50% van de ontdoken belasting. De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Artikel 9. Wijze van invordering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 10. Betalingstermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 11. Bezwaarprocedure
De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.
De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Artikel 12. Verwijzingsregel
De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzingen.
Artikel 13. Opheffing
Het gemeentelijk belastingreglement op masten en pylonen voor de dienstjaren 2020 – 2025, goedgekeurd in de gemeenteraad van 16 december 2019, wordt opgeheven.
Artikel 14. Inwerkingtreding en bekendmaking
Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2023 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen. De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.