De OCMW-raad hechtte goedkeuring aan de gewijzigde versie van het reglement betreffende het sociaal tarief in het kader van de diftar afvalophaling.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Het huidige reglement betreffende het sociaal tarief in het kader van de diftar ophaling.
Het huidige reglement geeft aanleiding tot een aantal discussies en interpretaties.
Een verduidelijking van een aantal artikels is noodzakelijk.
Het sociaal tarief is enkel van toepassing voor inwoners van Aartselaar.
Het sociaal tarief wordt enkele toegekend aan personen die thuis verblijven en niet in een instelling.
Enig artikel
Goedkeuring te hechten aan het onderstaande reglement betreffende het sociaal tarief in het kader van de diftar afvalophaling dat van toepassing wordt met ingang van 1 november 2021:
Artikel 1
Begunstigden dienen in de gemeente Aartselaar woonachtig te zijn.
Artikel 2
Het OCMW (Sociaal Huis) kan jaarlijks € 30 betalen voor gezinnen of alleenstaanden, met 1 of 2 kinderen ten laste en aan alleenstaanden of samenwonenden zonder kinderen ten laste op voorwaarde dat hun netto belastbaar inkomen niet hoger is dan 150% van het leefloon van hun categorie.
Het OCMW kan jaarlijks € 60 betalen voor gezinnen of alleenstaanden met 3 of meer kinderen ten laste en een netto belastbaar inkomen dat niet hoger is dan 150 % van het leefloon waartoe ze behoren.
De onderscheiden categorieën leefloon zijn:
- Categorie samenwonende persoon;
- Categorie alleenstaande persoon;
- Categorie persoon die samenwoont met een gezin te zijnen laste.
Artikel 3
Gerechtigden dienen thuis woonachtig te zijn en niet in een (residentiële) opvang voor personen met een handicap of in een woonzorgcentrum verblijven.
Artikel 4
Het OCMW (Sociaal Huis) kan jaarlijks € 25 betalen voor personen die aan blijvende incontinentie lijden (urine /stoelgang) en voldoen aan één van volgende voorwaarden:
- Persoon voldoet aan de medische voorwaarden met een score 3 of 4 voor het criterium incontinentie van het afhankelijkheidsrooster vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 2 juni 1998 tot vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor het incontinentiemateriaal. De toelage wordt toegekend op voorlegging van een attest van het ziekenfonds of van de behandelend geneesheer;
- Persoon ontvangt voor de aankoop van incontinentiemateriaal een tegemoetkoming van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). De toelage wordt toegekend op voorlegging van deze beslissing door VAPH;
- Persoon met een stoma : medisch attest voorleggen.
Artikel 5
Het inkomen waarmee rekening gehouden wordt, is het inkomen van het jaar voorafgaand aan het jaar van de aanvraag.
Artikel 6
Het kadastraal inkomen van de woning van begunstigde mag niet hoger zijn dan € 1.100 (niet geïndexeerd).
Artikel 7
Het gezinshoofd dient zijn inkomen en/of kadastraal inkomen te bewijzen door het recentste aanslagbiljet inzake de personenbelasting (en eventueel inzake onroerende voorheffing) voor te leggen.
Worden als gezin beschouwd : het gezinshoofd, de eventuele partner en de personen ten laste. De toestand op 1 januari van het dienstjaar wordt in aanmerking genomen.
Artikel 8
Het rechthebbende bedrag, volgens categorie of wegens blijvende incontinentie, wordt altijd rechtstreeks door het OCMW op de diftar rekening van Igean gestort.
Artikel 9
Dit reglement vervangt het vorige en wordt van kracht op 1 november 2021.